Michelangelo heeft in zijn lange leven drie Pieta’s gemaakt. Een Pieta is een afbeelding van de dode Christus samen met zijn moeder Maria. Meestal houdt Maria het dode lichaam van haar zoon in haar armen.
Aan zijn drie Pieta’s kun je zien hoe de beeldhouwkunst van Michelangelo zich ontwikkeld heeft. En dan met name hoe zijn kunst steeds spiritueler en essentiëler wordt.
De bekendste Pieta en tevens de eerste die hij gemaakt heeft, staat in de Sint Pieter in Rome. Michelangelo begon eraan toen hij 23 jaar oud was. Dit is ook het enige werk dat hij gesigneerd heeft: ‘Michelangelus Florentinus’ staat op de sjerp van Maria. Het is helemaal af in elk opzicht.
De tweede is de zogenaamde Pieta Bandini. De beeldhouwer had het bestemd voor zijn eigen graf in de Santa Maria Maggiore in Rome. Helaas was het marmer van slechte kwaliteit. Uit woede hierover probeerde Michelangelo het beeld stuk te slaan en heeft het daarbij flink beschadigd. De figuur van Nicodemus heeft de trekken van Michelangelo zelf, terwijl Maria Magdalena is toegevoegd door een leerling. Uiteindelijk is het beeld verkocht aan de Groothertog van Toscane en bevindt het zich nu in het Dom museum van Florence.
De laatste in de rij is de Pieta Rondanini, dat staat in het kasteel van Milaan. Dit werk is niet af, het is een voorbeeld van het zogenaamde non finito van Michelangelo. Hij heeft er met tussenpozen aan gewerkt en zelfs nog tot enkele dagen voor zijn overlijden op 88-jarige leeftijd. Het wordt beschouwd als zijn testament, als een soort meditatie over de dood. De lichamen van Maria en Jezus gaan in elkaar over. Het is zeer dramatisch en essentieel tot op het bot.
De drie werken zijn naast elkaar te zien in het Dom museum in Florence. De Pieta Bandini omdat het deel uitmaakt van de collectie, de andere twee zijn replica’s. Tot 1 augustus in het Museo dell’Opera del Duomo in Florence.