Wie wel eens in het Uffizi in Florence is geweest, weet dat er in de lange gangen van het museum veel portretten hangen. In de Renaissance kreeg men interesse in de levensloop en het uiterlijk van belangrijke persoonlijkheden, veelal uit het verleden. Daarom legde de hertog Cosimo de’ Medici een grote collectie portretten aan, en wel 484 schilderijen. En daartussen hangt ook dat van Margaretha van Parma.
Wij Nederlanders kennen haar omdat ze landvoogdes is geweest van de Lage Landen in de 16e eeuw. Eigenlijk was ze een buitenechtelijke dochter van Karel V, die toen keizer was van een enorm rijk in Europa, waar ook de Lage Landen bijhoorden. Zo’n groot rijk dat naar zijn zeggen de zon er nooit onderging. Hij erkende Margaretha als wettelijk kind en ging haar gebruiken als pion op het schaakbord van zijn politieke plannen. In de praktijk betekende dat uithuwelijken aan partijen die hem goed uitkwamen.
En zo is ze in Florence terechtgekomen. Op haar 14e jaar werd ze uitgehuwelijkt aan Alexander de’ Medici, de eerste hertog van Florence die door Karel aan de macht geholpen was. Alexander was nou niet iemand met een vlekkeloze levenswandel. Hij stond vooral bekend als Don Giovanni en geweldenaar. Het huwelijk duurde maar 11 maanden want toen werd Alexander vermoord door zijn neef Lorenzino. En voor Margaretha werd het volgende huwelijk gearrangeerd. Deze keer moest ze naar Rome om, zeer tegen haar zin, te trouwen met Ottavio Farnese, de neef van Paus Paulus III. Die werd hertog van Parma, en zijn vrouw Margaretha hertogin: Margaretha van Parma.