In het centrum van Florence waren vroeger tientallen kloosters. Maar er lag er één net buiten de stad op een heuvel in de prachtige natuur en dat was het klooster van de Kartuizers.

De orde van de Kartuizers is gesticht in Frankrijk maar werd ook in Italië populair. Kenmerkend voor de Kartuizers was dat ze in zware clausuur leefden. Ze zonderden zich compleet af van de buitenwereld. Leken mochten niet in hun klooster komen, zelfs niet als ze Karel V heetten. Dat gold ook voor de steenrijke committent Niccolò Acciaiuoli, de Florentijnse bankier die duizenden florijnen heeft uitgegeven om de bouw te bekostigen. Daarbij schonk hij de monniken ook nog eens 41 landgoederen om in hun onderhoud te voorzien. Het klooster is groot en toch woonden er maar 18 monniken, zoals bepaald was in de statuten. Elke monnik leefde als kluizenaar in een grote cel en mocht een keer per week met zijn medemonniken praten. Lekenbroeders hielden zich bezig met de praktische kanten van het monniksleven. De Kartuizers hebben het klooster verlaten en er wonen nu nog 2 monniken die het enorme klooster (16.000 m2) beheren en de toeristen ontvangen. Kerk, kloosterhoven en refters, er is heel veel te zien. En nu in Coronatijd is het er ook heel rustig en kun je de sfeer proeven van de stilte. Net zoals de Kartuizers vroeger.