Op de begane grond van het Pitti paleis in Florence is onlangs een nieuwe tentoonstelling geopend. Geen tijdelijke, maar een permanente tentoonstelling. En wel van 60 Russische iconen. Russische iconen, zoals de naam al zegt, komen uiteraard uit Rusland. Maar het woord icoon is eigenlijk een Grieks woord, afgeleid van het Griekse ‘eikoon’ dat afbeelding of portret betekent. De Russische icoon heeft zich ontwikkeld uit de Byzantijnse schildertraditie. Het centrum van de Byzantijnse kunst was de stad Constantinopel, in cultuur een Griekse stad die voorheen Byzantium heette en nu Istanbul.
Het zijn over het algemeen afbeeldingen van Christus, de moeder Gods, heiligen of hoogfeesten. Ze worden geschilderd op hout en zijn tweedimensionaal. De iconenschilder werkt niet met het perspectief en hij signeert zijn werken ook niet. Wat het meest opvalt is dat de iconen altijd hetzelfde blijven, ook als ze in heel verschillende periodes gemaakt zijn. Vele van de hier tentoongestelde iconen zijn gemaakt in de XVII en XVIII eeuw. Vaak lijken ze veel ouder dan ze eigenlijk zijn. Het zijn symbolische afbeeldingen, geen realistische. Aangezien God onveranderlijk is, zijn de iconen met de tijd altijd volgens dezelfde modellen geschilderd. De collectie iconen in het Pitti paleis is bijeengebracht door de Medici en de Habsburgers, die na het uitsterven van de Medici aan de macht kwamen in Toscane. Al met al is het de grootste collectie Russische iconen buiten Rusland. En daarmee is het Pitti paleis weer een museum rijker. Het barst uit zijn voegen van de kunst: de kunstschatten van de hertogen, de Galleria Palatina en de koninklijke appartementen, de galerij voor moderne kunst en het mode- en costuummuseum, en dan nu weer de iconen. En er is nog heel veel ruimte over voor nieuwe musea.